REGIONALE VERSCHILLEN

Italië is in feite een politieke unie van veel kleine regionale gebieden. Ieder gebied heeft z’n eigen dialect, gewoonten en keuken. In de noordelijke provincies is duidelijk de invloed van de Duitse en Oostenrijkse keuken zichtbaar. Oostenrijkse schotels, zoals schnitzel, kom je in aangepaste vorm tegen in de regio’s van Trieste en Venetië. De keuken van Ligurië heeft veel overeenkomsten met de Zuid-Franse keuken waar veel knoflook en olijfolie wordt gebruikt. Knoflook wordt ook veel gebruikt in Italiaanse gerechten. Het groeit snel en geeft een heerlijke smaak mee.

Koken in Lombardije en Piemonte is gebaseerd op het gebruik van boter. Een klein dorpje in de buurt van Milaanproduceert de beroemde, sterk ruikende Gorgonzola kaas. Emilia-Romagna, een van de rijkste gebieden van Italië, heeft een keuken waarin pasta en worsten de boventoon voeren. Bologna, de hoofdstad van de regio, is vooral bekend vanwege de Bolognese saus, gemaakt van gehakt, tomaten en groenten. In de buurt van Lazio wordt de zachte mozzarella kaas gemaakt die zo belangrijk is voor op de pizza. In het noorden wordt meer rijst gegeten en dan vooral de Arborio. Met deze korrel wordt de perfecte risotto gemaakt.

Varkenvlees is het meest gebruikte ingrediënt in de keukens van Umbrië, Marche and Abruzzi. In het zuiden, in de buurt van Calabria, is het eten eenvoudiger en wordt het eten op smaak gebracht met chilipepers. In Napels wordt natuurlijk de pizza gepromoot terwijl op de eilanden Sardinië en Sicilië vooral vis en schelpdieren op het menu staan. Aan de Italiaanse kust wordt er veel gewerkt met zeevruchten. In de gebieden waar weinig pasta wordt gegeten, staan polenta en gnocchi op het menu.